Vochttranssport
Vochttranssport vanuit de bodem
Vanuit een vochtige kruipruimtebodem vindt er vochttranssport in de vorm van diffusie plaats naar de lucht in de kruipruimte. Naast de bijdrage in de vorm van de weerstand tegen dampdiffusie zal er minder verdamping plaatsvinden aan het oppervlak van de kruipruimtebodem. Dit komt doordat de temperatuur aan het oppervlak van de kruipruimtebodem lager wordt.
Temperatuur van de begane grondvloer
Door de isolerende werking van de AddGreen
® bodemisolatie gaat er minder energie verloren vanuit de kruipruimte. De temperatuur ter plaatse van de begane grondvloer en daarmee ook het comfort in de woning neemt toe.
Door toename van de temperatuur van de begane grondvloer wordt de kans op condensvorming verkleind ten opzichte van een vloer zonder isolatie en treedt schimmelvorming niet op.
Vochttranssport vanuit de kruipruimte
Vochtige lucht vanuit de kruipruimte kan de woning op twee manieren bereiken:
- Door middel van de luchtstroming, ook wel convectie genoemd.
- Via de materialen, ook wel diffusie genoemd.
Vochttransport door convectie
Luchtstroming vindt plaats vanaf een plek met een hoge temperatuur naar een plek met lagere temperatuur. Wanneer, ten gevolge van luchtlekken, luchtstroming mogelijk is naar de koudere kruipruimte bij een niet-geïsoleerde vloer, dan zal de lucht met een hogere temperatuut (deze kan meer waterdamp bevatten) naar de koudere kruipruimte stromen en mogelijk tot schimmelvorming (RV 70% ) kunnen leiden. Ook kan het mogelijk condenseren op de koude vlakken (RV 100%).
Door het isoleren met bodemparels wordt de kruipruimtetemperatuur verhoogd en neemt de kans op schimmelvorming en condensatie af.
Andersom bestaat het risico dat de kruipruimtelucht met een temperatuur van 10 graden Celsius en een relatieve vochtigheid tot schimmelvorming leidt op schimmelgevoelige constructies. Vandaar dat geadviseerd wordt om in de kruipruimte bij niet-geïsoleerde houten begane-grond-vloeren altijd sterk te ventileren.
Bij huizen met een ventilatiesysteem met mechanische afzuiging stroomt vochtige lucht vanuit de kruipruimte de woning in, doordat de woning in onderdruk staat. Om vochttranssport via luchtstroming te voorkomen, is het van belang dat er aandacht wordt besteed aan de luchtdichting van, de begrenzing tussen de kruipruimte en de woning (voornamelijk de begane-grond-vloer).
Doorvoeren vanuit de kruipruimte ter plaatse van de meterkast, eventuele cv-leidingen, standleidingen, Cai-aansluitingen en het kruipluik zijn veelvoorkomende situaties die luchtuitwisseling tussen de kruipruimte en de woning mogelijk maken. Het is zaak de begane grondvloer overal luchtdicht uit te voeren.
Dampdiffusie
Vochttransport door dampdiffusie vindt plaats door verschil in waterdampspanning aan weerszijden van een materialen of constructie. De mate waarin dit plaatsvindt is een direct gevolg van het soort materiaal waardoor damptranssport plaatsvindt en de temperatuur en de hoeveelheid vocht aan beide zijden van de constructie.
Ventilatie van de kruipruimte
Het ventileren van een zeer vochtige kruipruimte heeft een positief effect op de aanwezige waterdampspanning en dus op de waterhuishouding in de kruipruimte. Hierbij wordt opgemerkt dat het sterk ventileren een negatief effect heeft op het warmtetranssport vanuit de woning. De reeds aanwezige sterk ventilerende gaten bij een niet-geïsoleerde vloer moeten aangepast worden of mogelijk vervangen door zeer zwak geventileerde ventilatievoorzieningen.